Home "
Hoe kunnen balkon- of terrasconstructies worden uitgevoerd met kleinere deurverbindingshoogten?

Hoe kunnen balkon- of terrasconstructies worden ontworpen met kleinere deurverbindingshoogten?

De door DIN 18195 vereiste aansluithoogte van 15 cm vanaf de bovenrand van de bedekking is onpraktisch (er moet een hoge, oncomfortabele struikeldrempel worden geaccepteerd) of vaak ook niet haalbaar door een gebrek aan installatiehoogten. Volgens de richtlijnen voor platte daken kan de aansluithoogte worden teruggebracht tot 5 cm als wateroverlast wordt voorkomen door een geschikte afwateringsmogelijkheid in de directe deuraansluiting. Voor dergelijke toepassingen biedt Weber-Deitermann een veilige oplossing met geschikte componenten. Met deze systeemopbouw kunnen dunnelaag keramische balkon- of terrasconstructies worden uitgevoerd. Omdat het ontwerp afwijkt van bovenstaande standaard, moet dit apart met de gebouweigenaar worden overeengekomen. Voor de uitvoeringsvarianten bestaat een systeempartnerschap met de firma Gutjahr.

Voorbereiding

1. de oppervlakken van balkons en terrassen moeten een helling hebben naar de vrije randen of, indien van toepassing, naar de voorziene vloerafvoeren: min. 1,0% max. 2,5%.

Het oppervlak van de dekvloer moet vrij zijn van bestanddelen die de hechting verminderen en moet egaal zijn. Nivellering en hellingegalisatie moeten worden uitgevoerd met bijv. weber.plan 819.

Eerst worden de overeenstemmende randprofielen (Watec Drain DP 21, Gutjahr) op de ondervloer bevestigd en vervolgens vastgezet met pluggen en wrijvingsvergrendeling *).

Gronder de ondergrond met weber.prim 801 .

Verwerking

In hoek-, dilatatie- en bewegingsvoegen worden de weber.tec 828 afdichtingsbandcomponenten ingebed in de vers aangebrachte weber.tec Superflex D 2 minerale afdichtingsmassa. De aansluiting van deur- of eventueel bestaande raamkozijnen gebeurt met de zelfklevende afdichtband weber.tec 828 SK.

De randprofielen worden ook bedekt met de afdichtingsmelk en afdichtband ( weber.tec Superflex D 2 aanbrengen op het volledige oppervlak van de randprofielen, afdichtband aandrukken en hechten).

Breng vervolgens twee lagen weber.tec Superflex D 2 aan .

4. Na het drogen van de minerale afdichtingsmassa wordt aanbevolen om een geschikte randisolatiestrip aan te brengen om bewegingsvoegen aan de randen te vormen.

De Watec® Drain KP dunnelaagafvoeren worden losjes op de waterdichtingslaag gelegd, stoot tegen stoot en zonder drukspanningen *) tot aan de randstrook verwerkt.

6. De extreem vlakke afvoergoot Watec® Drain RD-QE wordt gebruikt voor een ontwerp volgens DIN-norm op lage deurdrempels, met een verlaging van 15 tot 5 cm.

Kleef hiervoor DiProtec® AB-KV op de achterkant van de afwateringsgoot en breng lijmmortelstippen aan. De dunne drainage Watec® Drain KP wordt in dit gebied weggelaten.