Siloxaanoplossing voor waterafstotende impregnering van minerale bouwmaterialen
Toepassingsgebied
-
Poreuze, minerale bouwmaterialen zoals bakstenen, kalkzandsteen, minerale pleisters, cellenbeton en lichtbeton
-
Nabehandeling / opfrissen van reeds hydrofobe oppervlakken
Eigenschappen
Reactieve, oligomere siloxaanoplossing voor waterafstotende impregnering van minerale bouwmaterialen. Funcosil SNL is geurloos en heeft een zeer goed penetratievermogen. Het actieve ingrediënt reageert in het bouwmateriaal in aanwezigheid van atmosferisch vocht om een waterafstotend, UV- en weerbestendig netwerk te vormen: na het aanbrengen wordt het actieve ingrediënt als een macromoleculaire laag op de capillaire en poriënwanden afgezet zonder dat het waterdampdiffusievermogen merkbaar wordt beïnvloed.
Funcosil SNL geurloos vermindert de absorptie van water en verontreinigende stoffen. De aantasting van micro-organismen op minerale oppervlakken van bouwmaterialen wordt zo beperkt. De weerstand tegen vorst en dooizout wordt verbeterd. Energieverliezen worden verminderd. Oppervlakken van bouwmaterialen geïmpregneerd met Funcosil SNL reukloos vertonen een aanzienlijk lagere neiging tot vervuiling.
-
Zeer waterafstotend Open voor waterdampdiffusie
-
Hoge penetratie
-
Geurloos
-
UV-, licht- en weerbestendig
-
Uitstekende stabiliteit op lange termijn
Gevaar
H304 Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt.
H413 Kan schadelijk zijn voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
Ondergronds
De ondergrond moet in perfecte staat zijn. Bouwgebreken zoals scheuren, gescheurde voegen, gebrekkige verbindingen, opstijgend en hygroscopisch vocht moeten vooraf worden weggewerkt. Er moet voor worden gezorgd dat water en schadelijke zouten die erin zijn opgelost niet achter de gehydrofobeerde zone kunnen komen.
De te impregneren oppervlakken hebben vaak een verminderd absorptievermogen door verschillende soorten vervuiling/patina.
De reinigingsmaatregel die nodig is om het oorspronkelijke absorptievermogen te herstellen, moet zo voorzichtig mogelijk worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door te sproeien met koud of warm water of door stoomreiniging.
Gebruik bij hardnekkige vervuiling bij voorkeur de Rotec wervelstraalmethode of Remmers reinigingsproducten (zie bijbehorende technische informatiebladen). Zorg er bij het reinigen voor dat de bouwstof zo min mogelijk wordt beschadigd.
Resten (bijv. oppervlakteactieve stoffen) van eerdere reinigingen kunnen de waterafstotendheid aantasten en moeten daarom volledig worden uitgewassen.
Substraatconditie:
Een voorwaarde voor een optimaal impregnatie-effect is de absorptie van het impregneermiddel. Dit is afhankelijk van het poriënvolume en het vochtgehalte van het bouwmateriaal. Daarom moet de ondergrond zo droog mogelijk zijn.
Verhoogde concentraties van schadelijke zouten leiden tot ernstige structurele schade die niet kan worden voorkomen door hydrofoob impregneren.
Aangrenzende oppervlakken:
Componenten en materialen die niet in contact mogen komen met het impregnaat (bijv. glas, geverfde oppervlakken en te verven oppervlakken) moeten worden beschermd - net als bijv. planten - door passende maatregelen (bijv. afdekken met bouwfolie).
Verwerking
Het impregneermiddel moet drukloos worden aangebracht door het zo te spuiten dat er een 30 - 50 cm lange vloeibare film over het oppervlak van het bouwmateriaal loopt. De sproeikop wordt horizontaal langs de gevel geleid zonder zich te zetten. Nadat het impregneermiddel is opgenomen, wordt het proces meerdere keren herhaald. De sproeidruk en sproeidiameter moeten zodanig worden gedimensioneerd dat er geen nevelvorming optreedt.
Om imperfecties te voorkomen, moeten beperkte secties zonder onderbreking geïmpregneerd worden.
Voor kleinere, gecompliceerde oppervlakken die niet met een spuit kunnen worden aangebracht, kan een kwast of roller worden gebruikt. Te kleine applicatiehoeveelheden kunnen alleen worden vermeden met deze werkwijze als het impregneren altijd wordt uitgevoerd met goed doordrenkt gereedschap.
Het pas geïmpregneerde oppervlak moet minstens 5 uur beschermd worden tegen slagregen. Harde wind en zonlicht kunnen de verdamping van het dragermateriaal versnellen ten nadele van de indringdiepte.
Bij ondergronden met een laag absorptievermogen moet het oppervlak binnen een half uur tot een uur worden gewassen met water. Verdunning V 101 aanbevolen om een mogelijk teveel aan werkzame stof te verwijderen dat kan leiden tot glimmen.
Verwerkingstemperatuur:
Hydrofoberende impregnatie wordt bij voorkeur uitgevoerd bij temperaturen tussen +10 °C en +25 °C.
Overmatige opwarming van de oppervlakken door zonnestraling kan worden voorkomen door het gebruik van zonneschermen. Bij temperaturen onder +10 °C kan de verdamping van het dragermateriaal en de vorming van het actieve ingrediënt worden vertraagd.
Opmerkingen
Tijdens het aanbrengen en drogen van Funcosil SNL kunnen geurloze, oplosmiddeldampen het interieur van het gebouw binnendringen, vooral bij lage temperaturen en in rustige omstandigheden. Sluit alle ramen, deuren en openingen tijdens het impregneren en ventileer de leefruimtes nadat de hydrofobe impregnering is opgedroogd.
Effectiviteit testen
Als er representatieve steenmonsters worden opgestuurd, kan er in het laboratorium van de fabriek een voorafgaande test worden uitgevoerd naar het verbruik en het effect van het product.
De waterabsorptie van minerale bouwmaterialen voor en na de hydrofobe impregnatiemaatregelen kan worden gemeten met de Funcosil testplaat (art. nr. 0732) of met de Funcosil reageerbuizen (Art. Nr. 4928) volgens Prof. Karsten.
De hertest moet op zijn vroegst 4 weken na de hydrofoberende maatregel worden uitgevoerd. De meetgegevens moeten worden geregistreerd.
Verbruik
Baksteen metselwerk met fijne poriën
|
min. 0,8 l/m²
|
Baksteen metselwerk, grof poreus
|
min. 1,0 l/m²
|
Gladde kalkzandsteen
|
min. 0,5 l/m²
|
Kalkzandsteen, ruw, reliëf
|
min. 0,7 l/m²
|
Gips
|
min. 0,5 l/m²
|
Cellenbeton
|
min. 1,0 l/m²
|
Vezelcement
|
min. 0,3 l/m²
|
Modulaire betonblokken
|
min. 1,2 l/m²
|
Natuursteen fijn poreus
|
min. 0,6 l/m²
|
Natuursteen grof poreus
|
min. 1,5 l/m²
|
|
|
De behoefte aan impregneermiddel moet worden bepaald voor de berekening en aanbesteding op een voldoende groot (1-2 m²) testoppervlak. De doeltreffendheid van de impregnering kan ook op dit oppervlak worden gecontroleerd.