Welk voegmiddel is geschikt voor welke belasting?
Een ketting is zo sterk als zijn zwakste schakel! Dit geldt vooral voor oppervlakken in de industriële sector, in de zwembadbouw en voor andere sterk belaste oppervlakken. Welke voegmaterialen kunnen tegenwoordig worden gebruikt voor keramische en natuursteenbekledingen, wat zijn hun prestaties en waar liggen hun toepassingsgrenzen?
Afhankelijk van het bindmiddel wordt onderscheid gemaakt tussen minerale en reactieharsgebonden voegmiddelen. DIN EN 13888 "Voegmiddelen voor tegels - Definities en specificaties" biedt de mogelijkheid om een onderscheid te maken tussen twee basisklassen cementgebonden voegmiddelen: Klasse CG 1 beschrijft de "normale" cementgebonden voegmiddelen. Klasse CG 2 beschrijft de cementgebonden voegmiddelen met verbeterde kwaliteit, met een hoge slijtvastheid en verminderde waterabsorptie.
Een toevoeging beschrijft de extra eigenschappen:
W = verminderde waterabsorptie
Ar = bijzonder hoge slijtvastheid.
Voegenvullers op basis van reactieve hars krijgen het label RG volgens DIN EN 13888, maar er is geen onderscheid in prestatieklassen.
Doorslaggevend voor de evaluatie van de prestaties, vooral de weerstand tegen belasting door reinigingsmiddelen, is het bewijs van chemische weerstand. Deze test wordt beschreven in DIN EN 12808-1, maar is niet bedoeld voor cementgebonden voegmaterialen. Daarom geeft een proef voor cementgebonden voegmaterialen in verbeterde kwaliteit volgens CG 2 geen informatie over chemische weerstand.
Cementgebonden voegmiddelen
Cementgebonden voegmiddelen worden over het algemeen onderverdeeld in 4 groepen, ongeacht DIN EN 13888:
- Normale, niet-plastisch gemodificeerde voegmiddelen
- Kunststofgemodificeerde voegen
- "hydrofobe" voegen
- Voegmiddelen met hoge sterkte
Normale, niet-plastisch gemodificeerde voegmiddelen, die oorspronkelijk in de particuliere sector werden gebruikt, worden nu steeds vaker vervangen door hydrofobe voegmiddelen in de duurdere woningbouw.
De kunststofgemodificeerde voegmiddelen, ook bekend als flexfuge, worden veel gebruikt in vloeren, bijvoorbeeld voor vloerverwarming en in gebieden waar spanningen van de ondergrond of klimatologische omstandigheden moeten worden gecompenseerd.
Voegen met hoge sterkte worden minder gebruikt in de woningbouw en meer in de commerciële sector, waar de druk op de voegen hoger is.
Wat zijn de mogelijkheden en belastingsgrenzen van voegvullers op basis van cementgebonden bindmiddelen? Een basismateriaal voor de productie van cement is kalk. Dit is niet bestand tegen zuren en lost daarom op wanneer het in contact komt met zure media.
Het gebruik van ultrafijne cementen vermindert de porositeit van deze gewrichtsvullers en verbetert hun duurzaamheid aanzienlijk.
Fijne cementvoegen met hoge sterkte zoals weber.fug 873 hebben hun plaats veroverd op plaatsen die zwaarder worden belast, zoals zwembaden. Door hun hoge sterkte en ondoordringbaarheid zijn ze beter bestand tegen reinigingsmiddelen dan normale voegen of "flexvoegen".
De CG-klasse volgens DIN EN 13888
De RG-klasse volgens DIN EN 13888
Reactieve harsen
In ruimtes met een hoge mechanische belasting, bijv. door hogedrukreinigers, of met een hoge chemische belasting, bijv. door zuren in laboratoria of kantinekeukens (bijv. melkzuren), wordt het aanbevolen om reactieharsgebonden voegmiddelen te gebruiken. Deze 2-componentenvoegen zijn meestal gebaseerd op epoxyharsen, zoals weber.xerm 848 of weber.fug 878. Epoxyharsen hebben een chemische weerstand tegen een groot aantal zuren en andere corrosieve stoffen. De hardheid beschermt het voegmiddel ook tegen mechanische spanning en slijtage wanneer het op de juiste manier wordt aangebracht.