Hoe bereik je de oppervlaktekwaliteiten Q1 tot Q4?
Q1 BASISVULLER |
|
Opvullen van de stootvoegen van de gipsplaten en afdekken van de zichtbare delen van de bevestigingen.
Uitstekend vulmateriaal moet worden weggedrukt.
Gereedschapssporen, groeven en bramen zijn toegestaan.
Dergelijke oppervlakken zijn geschikt voor het verlijmen van tegels en platen.
|
Q2 STANDAARDVULLER |
|
Basisvulling volgens Q1 + eindvulling tot een gladde overgang naar het paneeloppervlak is bereikt.
Voldoet aan de gebruikelijke eisen voor wand- en plafondoppervlakken.
Voor het verlijmen van wandbekleding met een gemiddelde en grove structuur, bijv. behang en houtsnippers.
|
Q3 SPECIALE VULLING |
|
Standaard vulling volgens Q2 + brede vulling van de voegen en een scherpe afschilfering van het resterende plaatoppervlak om de poriën te sluiten.
Schuur de plamuuroppervlakken indien nodig. Dit oppervlak is geschikt voor wandbekleding met een fijne structuur zoals vliesbehang, voor matte, gladde verflagen en voor pleisterwerk met een korrelgrootte van minder dan 1 mm.
|
Q4 OPVULLEN VAN HET VOLLEDIGE OPPERVLAK |
|
Speciale vulling na Q3 + brede vulling van de voegen en een volledige bedekking en egalisatie van het volledige oppervlak (laagdikte tot 3 mm).
Hoogste eisen aan het getroffelde oppervlak voor het verlijmen van gladde wandbekleding met glans, bijv. metaal- of vinylbehang, voor glazuren of glanzende verven en voor decoratieve gladstrijk- en troffeltechnieken. |